Persoonlijke hygiëne

Handenwas protocol

Was uw handen met handzeep:
-bij aanvang van bereidingswerkzaamheden en/of verkoop;
- na toiletbezoek;
- na iedere pauze en/of werkonderbreking;
- na roken;
- na niezen, snuiten en/of hoesten;
- na het werken met rauwe, onbereide producten en ingrediënten;
- voordat u bereide gerechten gaat samenstellen,garneren of verwerken;
- nadat de handen op een andere wijze vervuild zijn geraakt

Droog uw handen met:
- eenmalig te gebruiken handdoeken, of handdroog papier.

Gebruik van handschoenen

Voor kunststof handschoenen, die in de productie of viswinkel worden gebruikt, geldt dat deze net zo vaak vervangen moeten worden, als anders de handen gewassen moeten worden. Handschoenen dienen geschikt te zijn voor het werken met levensmiddelen.

Goede persoonlijke verzorging

Ga schoon gewassen en zonder merkbare lichaamsgeur aan het werk.

Draag schone werkkleding

Draag dagelijks schone werkkleding en vervang vuile werkkleding op tijd. Draag schoon schoeisel en bij voorkeur van een materiaal dat goed te reinigen is; zoals leer of kunststof. Schoenen van textiel zijn niet toegestaan. Proef met een eenmalig te gebruiken lepel. Vervang vuile of natte doeken direct.

Voorkom besmetting door sieraden

Draag tijdens de bereidingswerkzaamheden en verkoop geen zichtbare sieraden, met uitzondering van één gladde ring.

Zorg voor verzorgde nagels

Houd nagels kort en schoon. Gebruik geen nagellak, kunstnagels, gelnagels of ander soort aangebrachte nagelversiering.

Voorkom besmetting door haren

Bind haren op of dek deze volledig af (pet of haarnetje) bij bereiding en verkoop. Medewerkers met een baard hebben de baard bij voorkeur kort geschoren. Anders dragen zij een baardnetje.

Verzorg wondjes

Dek wondjes af met waterafstotend verband of waterafstotende opvallend gekleurde pleisters. Draag eventueel een latex handschoen over de verbonden wond.

Privékleding en persoonlijke bezittingen

Sla kleding en bezittingen op in de daartoe bestemde ruimte of kast.

Ziekten en infecties

Meld ziekten en infecties bij werkgever of leidinggevende. Laat medewerkers met ziekten en (besmettelijke) infecties niet toe tot ruimten waar met levensmiddelen wordt gewerkt. Bij vermoeden van Norovirus, zie bijlage ‘beheersen van virussen’ in de hygiënecode . Dit virus veroorzaakt een acute buikgriep. Symptomen kunnen zijn waterige diarree, (explosief) braken, misselijkheid, buikpijn en soms milde koorts. Hoesten, snuiten en niezen bij onverpakte producten moet worden voorkomen.